Welke ideeën vinden we acceptabel en welke niet? Wat mag je hardop zeggen zonder enige repercussie, en wat kun je slechts op fluistertoon met een ander uitwisselen omdat je weet dat het idioot, ondenkbaar of als extreem wordt gezien?
Dat verandert allemaal met de tijd. Zo’n 180 jaar geleden was het volstrekt normaal om mensen uit Afrika te verschepen en te verkopen, alsof het om ‘dingen’ ging. Totdat het dat niet meer was. En zo’n 120 jaar geleden was het nog een radicaal idee om vrouwen democratische rechten te geven. Nog maar 20 jaar geleden was het absurd om Zwarte Piet als een racistisch symbool te zien, totdat steeds meer mensen zich gingen generen voor Zwarte Piet.
Maar ideeën kunnen niet alleen vooruit, maar ook terug in de tijd gaan. Waar het recht op een veilige abortus kortgeleden nog vanzelfsprekend leek, wordt dat wereldwijd steeds meer ter discussie gesteld. Openlijk racistische uitspraken en ideeën lijken met de dag meer geaccepteerd en genormaliseerd in de politiek.
Wispelturig electoraat
De tijdsgeest verandert ogenschijnlijk organisch. Toch is er wel degelijk een manier om actief te beïnvloeden welke ideeën acceptabel zijn voor een groot publiek. Joseph Overton (1960-2003), vicepresident van een Amerikaanse denktank die een kleine overheid en de vrijemarkt wilde populariseren, ontwikkelde er in de jaren 90 een concept voor: het Raam van Overton.
Overton redeneerde dat als je als politicus electoraal succes wilt hebben, jouw ideeën zich binnen een bepaald raam of venster moeten bevinden van wat mensen acceptabel vinden. Door kiezersonderzoek achterhaal je wat mensen denken en vinden, en om de verkiezingen te kunnen winnen, verkoop je ze dat. Als de meerderheid van de mensen iets anders gaat vinden, verander je mee en biedt wat ze nú willen aan. Zo blijf je het wispelturige electoraat voor je winnen. Ziedaar: de focusgroependemocratie.
Lang was de VVD van Mark Rutte hier succesvol mee. Daarbij hielp het dat Rutte in staat is om twee dingen tegelijk als waar te bestempelen. Zo vindt hij het volstrekt vanzelfsprekend dat zijn partij nu samen met Wilders een kabinet vormt, maar staat hij ook achter zijn eerdere standpunt ‘never nooit meer met Wilders’ in zee te gaan.
Venster verschuiven
Als je iets wilt veranderen, moet je zorgen dat het Overton-venster verschuift. Maar hoe beweeg je mensen om ideeën die ze eerder als ondenkbaar beschouwen, te overwegen als acceptabel?
Volgens Overton doe je dat niet door langzaam op te schuiven, om zo de geesten rijp te maken voor een nieuw idee. In plaats daarvan manipuleer je wat sociaal acceptabel is juist door extreme posities in te nemen. Je kunt bijvoorbeeld dingen roepen over tribunalen, en spreken over omvolking en een elite die het ‘blanke ras’ wil vervangen. Je bent grof en beledigend, maakt mensen belachelijk en doet volstrekt absurde en onuitvoerbare voorstellen. Misschien roep je zelfs dat reptielen de wereld besturen. Het maakt niet uit, als het de mensen maar schokt.
Doe je dat met grote regelmaat, dan kijkt na verloop van tijd niemand daar nog van op. Je kunt ook aan de lopende hand liegen, zodat mensen niet anders meer verwachten van politici en er simpelweg hun schouders over ophalen. Het mooie is dat, als je zegt dat je natuurlijk nooit een naziterm als omvolking had willen gebruiken maar dat de demografische ontwikkeling in de grote steden reden is voor grote zorgen is, dat opeens een volstrekt redelijke uitspraak lijkt. Die vervolgens anderen grif overnemen, zonder dat we nog bevragen wat daar nou precies zo zorgelijk aan is. Dat je mensen op basis van hun kleur, cultuur of godsdienst ‘zorgelijk’ noemt, wordt gezien als het beschrijven van een feit.
Buiten de norm
Terwijl we onacceptabele termen bestrijden, blijven de ideeën die zich daarachter verschuilen onweersproken. Daarmee wordt het radicale elke dag een beetje normaler. Het Overton-venster verschuift.
Politici, journalisten en politieke analisten doen er goed aan Geert Wilders en zijn ploeg niet als onprofessioneel te zien, of te denken dat hij ‘zijn kaart overspeelt’ of ‘uit de bocht vliegt’. Het is een doordachte politieke strategie die we kennen van Trump, Bolsonaro, Orbán, Le Pen en andere extremisten – of radicaalrechts moet men zeggen, want je moet het wel heel bont maken om nog als zodanig herkend te worden.
NSC en VVD denken dat ze heel wat hebben bereikt door Wilders te laten beloven dat zijn ministers zich aan de Grondwet zullen houden. Bewijs dat we het abnormale snel als normaal zijn gaan zien.
Tegelijkertijd gebeurt er nog iets anders. Journalisten zijn gefascineerd door mensen binnen de gelederen van de coalitie die zich kritisch uitspreken over dit kabinet. Zo zijn Frans Weisglas, Ed Nijpels, Eric van der Burg en JOVD-voorzitter Mauk Bresser opeens vertolkers van ‘het gematigde geluid’, en lijkt het of er een levendig debat plaatsvindt. Dat gebeurt echter alleen nog binnen het verschoven Overton-venster. Zo worden linkse partijen in de radicale hoek gedrukt en komen ze er nog nauwelijks tussen. Hun pleidooi voor gelijkheid en solidariteit valt buiten de norm. Het Overton-venster is succesvol verschoven.
Julia Wouters is politicoloog, coach en publicist.
Dit artikel verscheen in het Financieele Dagblad van 8 juli 2024