Zullen we politici eens hun werk laten doen?

Ten tijde van het kabinet-Rutte-Asscher (2012 – 2017) werkte ik als politiek adviseur voor Lodewijk Asscher vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bijna dagelijks verbaasde ik me erover dat PvdA-fractieleider Diederik Samsom zich zo liet afleiden door de waan van de dag. Vanuit de Tweede Kamerfractie van de PvdA was hij doorlopend bezig brandjes te blussen in de media. Zo werd elk willekeurig probleem zijn probleem en alles wat bijzaak was, hoofdzaak.

Niet veel later werd Asscher voorzitter van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer en verhuisde ik met hem mee naar het Binnenhof. Al binnen enkele dagen ontdekte ik dat het daar nauwelijks te doen is om je hoofd bij de hoofdlijnen te houden. Ook wij werden onderdeel van de wurggreep waar pers en politici elkaar in gevangen houden.

En dat was ruim zes jaar geleden. In de tussentijd werd het er niet beter op, integendeel.

Dringen in de gangen

Het aantal Tweede Kamerleden is al bijna 70 jaar vastgelegd op 150. Maar het aantal politiek journalisten nam, met name de laatste jaren, enorm toe. Het zijn er inmiddels honderden. Zij verdringen zich in de gangen van het tijdelijke parlementsgebouw, en posten voor de deuren van Kamerleden.

Kamerleden die, door de versplintering van de fracties, steeds meer dossiers op hun bord krijgen en echt wel wat beters te doen hebben dan dagelijks tientallen journalisten te woord staan.

Journalisten die, door de toename van diverse soorten (sociale) media, als bloedhonden boven op elk akkefietje springen, om zo snel mogelijk het ‘nieuws’ hapklaar naar de lezer, kijker of luisteraar te brengen.

Meer rust

Niet eens zo heel lang geleden was al het nieuws dat na twee uur ’s middags gebeurde te laat om het Achtuurjournaal of de avondkrant nog te halen. Parlementair journalisten hadden dus vanzelf een verdere tijdshorizon, zo valt ook te leren uit het zeer lezenswaardige boek Wantrouwen in de Wandelgangendat journalisten Jan Tromp en Coen van de Ven onlangs uitbrachten.

Er was simpelweg meer rust om de grote lijnen in elk verhaal te zien. Nu is er elke minuut een update, kun je al wat gebeurt in vele liveblogs volgen en twitteren politieke duiders de betekenis van een gebeurtenis al terwijl die gebeurtenis nog volop aan de gang is.

En steeds vaker krijgt het vraagstuk ‘Waarom heeft u uw woordvoerder ontslagen?’ of ‘Heeft de fractievoorzitter ook nare karaktereigenschappen?’ meer aandacht en energie van pers en politici dan, ik noem waar wat, ‘Wat is uw visie op de ontwikkeling van de zorgkosten in het kader van de vergrijzing?’

Tegelijkertijd maak ik me er zelf ook schuldig aan, door in te gaan op hoe iemand het doet, in plaats van wat iemand doet. Zo zat ik nog niet zo lang geleden vrolijk aan een talkshowtafel te vertellen over de hondjes van Dilan Yesilgöz en Marjolein Moorman (die allebei Moos heten). Het kwam mij op een — terechte — oorwassing van wijlen Clairy Polak te staan.

Rel wordt crisis

Gelukkig zijn er ook nog genoeg journalisten die er, tegen de stroom in, in slagen hun hoofd bij de hoofdlijnen te houden. Het gaat me hier dus niet om personen, maar om het samenspel. Een discussie wordt een rel, een rel wordt bijna altijd een crisis. De journalisten verdringen zich om politici ter verantwoording te roepen over futiliteiten. In reactie neemt het aantal woordvoerders en spindoctors toe. Welhaast wanhopig proberen zij ‘regie op de boodschap’ te houden. Die krampachtige regiepogingen maken de journalisten weer argwanender en cynischer.

‘Wanhopig proberen woordvoerders en spindoctors ‘regie op de boodschap’ te houden’

Politici, op hun beurt, spelen dat spel dan weer mee. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen horen we Kamerleden schande spreken dat Frans Timmermans van wachtgeld gebruikmaakt. Gemakshalve gaan ze eraan voorbij dat ook zijzelf campagne voeren op kosten van de belastingbetaler. Ze roepen bewindslieden op om te bezuinigen op communicatiemedewerkers op ministeries en ‘vergeten’ dat het merendeel van die medewerkers fulltime bezig is met de door diezelfde Kamer gevraagde transparantie en publieksvoorlichting. En natuurlijk met het te woord staan van het journalistenleger.

Zo versterken we allemaal het beeld van een politiek van leegheid en lelijkheid.

‘We missen visie!’, riep de journalistiek dertien jaar lang in koor in hun analyses van de kabinetten-Rutte. Geef politici dan ook de kans om die visie te ontwikkelen en uit te werken. Gun ze de tijd om diep in de dossiers te duiken. Neem zelf als pers daar ook flink de tijd voor. Journalisten die zich verdiepen, stellen interessantere vragen.

Er is niks mis met politici kritisch te bevragen. Maar laat het alsjeblieft wel ergens over gaan. De kiezer zal ons dankbaar zijn.

Deze column stond eerder in het FD van 22 september 2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *