Drie weken na de Amerikaanse verkiezingen is de autopsie van Kamala Harris’ nederlaag nog steeds in volle gang. Analisten, strategen en commentatoren proberen te ontrafelen wat er misging voor de presidentskandidaat van de Democratische Partij.
De overwinning van Donald Trump wordt vooral toegeschreven aan de fouten die Harris zou hebben gemaakt. Een herkenbaar patroon. En natuurlijk was er meer aan de hand, maar het gemak waarmee de rol van seksisme en racisme wordt weggewuifd, is veelzeggend en ontmoedigend voor de toekomst.
In 2018 schreef ik het boek De zijkant van de macht, geïnspireerd door Hillary Clintons verlies bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016. In het boek, met de ondertitel ‘waarom politiek te belangrijk is om aan mannen over te laten’, onderzocht ik de vele manieren waarop (onbewust) seksisme vrouwen hindert.
De hoop dat we sindsdien vooruitgang hadden geboekt, maakte op verkiezingsavond plaats voor diepe teleurstelling. De volgende dag keek ik naar Harris’ concessietoespraak en huilde – niet stilletjes maar met lange, oncontroleerbare uithalen. Wat betekent dit verlies voor vrouwen wereldwijd? De kans dat een vrouw – laat staan één van kleur – snel nog een keer een kans krijgt voor het hoogste ambt in het machtigste land, lijkt vervlogen. Het zelfvertrouwen en optimisme van vrouwen heeft een flinke deuk opgelopen.
Terugkerend patroon
De verklaringen voor Harris’ verlies zijn talrijk en vaak tegenstrijdig. Sommige duiders wijzen op de focus op de economie in de campagne: had ze een krachtiger verhaal over inflatie moeten vertellen? Anderen zien de korte tijd die ze had om zich te profileren – slechts 107 dagen – als het probleem, waarbij ze geen tijd had om zich los van de impopulaire erfenis van president Biden te positioneren.
Nog anderen stellen dat ze de verkeerde keuzes maakte. Kwam ze te elitair over door allerlei beroemdheden in te zetten? Was ze niet pro-Israël genoeg, of juist niet pro-Palestina genoeg? Had ze meer aandacht moeten besteden aan haar historische kandidatuur als zwarte vrouw? Gaf ze te weinig interviews, of niet de juiste? Had ze Trump geen fascist mogen noemen, en dichter bij zichzelf moeten blijven? Was ze te gemaakt, en niet authentiek?
Het lijkt niet uit te maken wat ze deed – het was nooit goed genoeg geweest.
Louise Fresco stelde in NRC dat Harris’ elegante en dure kledingstijl haar afstand tot het gewone volk onderstreepte. Haar stem, lach en vermeende onzichtbaarheid lagen ook onder vuur. Dit soort kritiek, op een in vele ogen vrijwel foutloze campagne, benadrukt een terugkerend patroon: terwijl mannen het voordeel van de twijfel krijgen, moeten vrouwen zich eindeloos opnieuw bewijzen. Wat ze ook doen, het is niet goed, of het deugt niet.
Trump had een simpel verhaal: ‘Mass deportation NOW!’, ‘Drill baby, drill!’, en de superplatte slogan ‘Harris: hoge prijzen, Trump: lage prijzen’. Het was genoeg om Amerikanen te overtuigen. Terwijl economen Harris’ plannen als solide bestempelden, bleef het beeld hangen dat haar beleid vaag en ontoereikend was. Zo gaf Amerika de voorkeur aan een veroordeelde crimineel en pathologisch leugenaar die de aanval op 6 januari 2021 op het Capitool in gang zette, een pornoster zwijggeld betaalde en staatsgeheimen in zijn badkamer verstopte. En mensen praten erover alsof dat een logische keuze is. Trump gaat immers de prijs van eieren, bacon en benzine verlagen!
Zoals CNN-commentator Van Jones het twee weken voor verkiezingsdag zei: ‘He gets to be lawless, she has to be flawless.’
Macho-presentatie
Experts zijn het erover eens: seksisme speelt geen hoofdrol, maar is wel een significante factor. Veel kiezers zeggen best een vrouw als president te willen, maar zodra een vrouwelijke kandidaat een reële kanshebber wordt, stapelen de argumenten waarom ze ‘toch niet geschikt’ is zich op. Dit is niet alleen zo bij mannelijke kiezers maar geldt net zo goed voor vrouwen, die vaak dezelfde stereotype ideeën over leiderschap en daadkracht als ‘iets mannelijks’ hebben geïnternaliseerd.
Onbewust seksisme werkt subtiel. Het veroorzaakt verwarring als vrouwen zich buiten traditionele verwachtingen begeven. Zelfs wanneer je het een supergoed idee vindt dat jouw land eindelijk een vrouw als president of premier krijgt, vinden die verwachtingspatronen toch nog ingesleten paadjes in je brein. Witte vrouwen stemden net zo goed massaal op Donald Trump, het verwachte electorale genderverschil bleef uit. Waarom? Omdat ook zij dezelfde ingesleten stereotype beelden van leiderschap hebben: mannelijk, dominant en sterk.
Bovendien, vrouwen weten allang hoe mannen zijn: ‘boys will be boys’ – dat is dus geen reden om niet op een man te stemmen die zijn handen niet thuis kan houden. Het benadrukte Trumps mannelijkheid; voor jonge mannen ging daar zelfs een grote aantrekkingskracht van uit.
Onderzoek van politicoloog Loes Aaldering laat zien dat kiezers vrouwelijke leiders normaler vinden dan voorheen. Bovendien reageerden kiezers in haar onderzoek negatief op seksistische aanvallen – ook Trump-aanhangers. Maar de context van een verkiezingscampagne blijft bepalend voor de uitslag.
Janka Stoker, hoogleraar leiderschap, stelt dat kiezers in tijden van onzekerheid eerder vallen voor autoritaire leiders en gevoeliger zijn voor spierballentaal. Trump speelde hier op in. Zijn boodschap was simpel: ‘Trump will fix it’ – ‘luister naar mij, volg mij, dan komt alles goed’. Hij greep elke kans aan om zijn kracht en onoverwinnelijkheid te etaleren.
Denk aan het beeld van Trump die, nadat hij beschoten was, zijn vuist omhoog stak: ‘Fight, fight, fight.’ Zijn macho-presentatie contrasteerde scherp met Kamala Harris, die hij afschilderde als zwak, dom en ongeschikt – zij zou nooit serieus genomen worden door andere wereldleiders, was Trumps suggestie.
Geen emancipatie-agenda
Interessant genoeg slagen vrouwen bij conservatieve en populistische partijen vaak wél. Denk aan Giorgia Meloni in Italië, Caroline van der Plas in Nederland en recentelijk nog Kemi Badenoch in het Verenigd Koninkrijk. Dat valt te verklaren doordat vrouwelijke leiders strategisch worden gebruikt om beschuldigingen van seksisme en discriminatie te ontkrachten.
Daarnaast bieden vrouwelijke leiders binnen rechtse partijen een geloofwaardig anti-establishmentverhaal. Ze kunnen zichzelf presenteren als buitenstaanders in een door mannen gedomineerde politiek. Zo presenteert Van der Plas zich als heel gewoon en Meloni profileert zich als moeder en verdediger van traditionele gezinswaarden. Dit trekt kiezers aan die verandering willen zien, zonder de status quo wezenlijk te bedreigen. Deze vrouwen veranderen weinig aan het systeem en dat maakt hen voor conservatieve kiezers acceptabel.
Dilan Yesilgöz is een ander voorbeeld van deze paradox. Ze combineert kracht en vrouwelijkheid, zoals in een campagnefilmpje waarin ze zware gewichten tilt op stiletto’s – een even absurd als goed doordacht beeld. Ze omarmt ‘hard’ en ‘streng’ als kernwoorden.
In haar HJ Schoo-lezing noemde Yesilgöz ‘wokisme’ een groot gevaar. Daarin staat ze niet alleen. Vrouwen op rechts presenteren zich vaak als antiwoke. Dit maakt ze aantrekkelijk voor een publiek dat niets wil veranderen aan de gevestigde orde. Verbetering van de positie van vrouwen en minderheidsgroepen hoeven we van hen dan ook niet te verwachten.
Voor vrouwen in de politiek lijkt het een voorwaarde om mee te mogen doen dat ze géén emancipatie-agenda voeren. Met het populisme dat wereldwijd terrein wint, is dit een slechte boodschap voor vrouwen binnen én buiten de politieke arena.
Niet het einde
Harris’ verlies roept de vraag op of de Democraten het in de toekomst nog aandurven om een vrouw als lijsttrekker naar voren te schuiven. Amerika kiest liever een man die veroordeeld is voor 34 misdaden, die leugens en onwaarheden uitbraakt, die vrouwen en mensen van kleur belachelijk maakt, met wraak dreigt en al aantoonde geweld niet te schuwen, dan een competente vrouw – omdat ze niet voldeed aan het conventionele beeld van een leider, in de ogen van een meerderheid van de Amerikaanse kiezers.
Toch zag ik een leider toen ik door mijn eigen tranen heen naar Harris’ concessietoespraak keek. Zij wendde zich, met woorden van hoop en onverzettelijkheid, tot de huilende vrouwen in de menigte: ‘Ik zei tijdens de campagne: als we vechten, dan zullen we winnen. Soms duurt de strijd langer, maar dat betekent niet dat we niet zullen winnen. Het belangrijkste is dat we de strijd niet opgeven.’
De Amerikaanse verkiezingsuitslag is niet het einde, maar een herinnering dat seksisme en racisme dieper zitten dan velen hoopten. Dat er nog heel veel werk gedaan moet worden voordat we zover zijn dat in Amerika een vrouw president kan worden – of in Nederland een vrouw premier – en seksisme geen rol meer speelt in het stemhokje, en daarbuiten.
Julia Wouters is politicoloog, coach en publicist.
Dankbaar voor jouw stem op de platforms en in de media, hou vol!