Achterkamertjes vies en vuig? Het gaat er eerder om wie meedoen aan zulk vooroverleg – ook vrouwen bijvoorbeeld

GASTCOLUMN in de Volkskrant 

JULIA WOUTERS

Op zoek naar een ‘nieuwe bestuurscultuur’ is vooroverleg in diskrediet geraakt. Maar juist voor vrouwelijke bewindslieden is het belangrijk vooraf aan de Ministerraad bondjes te sluiten, betoogt gastcolumnist Julia Wouters.

De Finse premier Sanna Marin (midden) geeft een persconferentie met drie vrouwelijke ministers. Waarom zouden landen met vrouwelijke leiding het beter doen in de bestrijding van de coronapandemie? Beeld NurPhoto via Getty Images
De Finse premier Sanna Marin (midden) geeft een persconferentie met drie vrouwelijke ministers. Waarom zouden landen met vrouwelijke leiding het beter doen in de bestrijding van de coronapandemie?Beeld NurPhoto via Getty Images

Een van de ‘radicale ideeën die Mark Rutte de afgelopen week uit de doeken deed, was om voortaan het coalitieoverleg te schrappen en de Ministerraad van tien uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds te laten duren. Dit past bij de algemene teneur dat achterkamertjes en vooroverleggen vies en vuig zijn.

In het debat over het eindverslag van de informateur was de consternatie dan ook groot toen bleek dat er vooroverleg was geweest tussen verschillende partijen over het voorstel SER-voorzitter Mariëtte Hamer als nieuwe informateur aan te wijzen.

Mijn overtuiging is dat het er niet om gaat dát er vooroverleggen plaatsvinden, maar om wie daar wel en niet bij aanwezig zijn en de manier waarop besluiten tot stand komen.

Coalitieoverleg

Laat ik uit mijn eigen ervaring putten. Tijdens Rutte II was het coalitieoverleg belangrijker dan de Ministerraad. Het was op de maandagochtend dat de meest prangende zaken werden beklonken. Dat werd in het kleine gezelschap gedaan van de premier, de vicepremier en twee fractievoorzitters. Als ze er op dat moment niet uitkwamen, werd het overleg na kantoortijd voortgezet en zo nodig werd er nachten lang doorvergaderd.

Wanneer de pers daar lucht van kreeg, stonden er drommen journalisten voor de deur en sprak men op het Journaal van een crisis. Dat verhoogde de druk dan weer om er zo snel mogelijk uit te komen, wat de kwaliteit van de gevonden oplossingen vaak niet ten goede kwam.

Bovendien kreeg de beeldvorming van wie de winnaar of de verliezer was dan de overhand en konden ze zich minder permitteren tot een goed inhoudelijk compromis te komen. Neem bijvoorbeeld de bed-bad-broodcrisis (over de opvang van illegale asielzoekers in 2016). Dat leidde tot nachtenlang koortsachtig vergaderen en een gedrochtelijk, totaal onuitvoerbaar compromis waar men nog enigszins politiek mee kon leven.

Ergernis

Tijdens het Bewindspersonen Overleg (het BPO) op de donderdagavond, werden de ministers en staatssecretarissen van de eigen partij bijgepraat over de genomen besluiten die de volgende dag tijdens de ministerraad zouden worden bekrachtigd. Dat leidde vaak tot ergernis. Een van de ministers mopperde geregeld dat als haar mening en deskundigheid niet eens werden gevraagd, zelfs niet wanneer het om haar eigen portefeuille ging, ze de donderdagavond liever ‘iets nuttigs ging doen’.

Een ander gevolg was dat bewindspersonen, tot de ergernis van degene die wél bij het coalitieoverleg zaten, steeds vaker hun onderwerpen probeerden te agenderen voor het coalitieoverleg. Daarmee dreigde de agenda van de maandagochtend topzwaar te worden en dat er alleen maar meer dingen in een klein gezelschap werden besloten.

Tegenwoordig werk ik als coach van vrouwen in de politiek of politieke organisaties en merk ik dat het vooral vrouwen zijn die de boot missen. Ik leer ze dan ook juist vóór de officiële vergadermomenten al medestanders voor hun ideeën te zoeken. Want waar mannen veel meer geneigd zijn elkaar op te zoeken om even in de week te leggen of hun idee op steun kan rekenen, gaan vrouwen er te vaak vanuit dat het officiële beslissingsmoment ook echt het moment is waarop het allemaal moet gebeuren. Mannen maken ook relatief vaker wel deel uit van dergelijke onofficiële ‘vergader’-momenten.

Tel daar nog eens bij op dat het voor vrouwen vaak moeilijker is het woord te krijgen en te houden tijdens een vergadering, waar de vrouwen in Rutte III zich ook openlijk over hebben beklaagd, en je weet hoe belangrijk het voor hen is om al vóór de Ministerraad bondjes te sluiten. Willen hun argumenten gehoord worden en hun visie meetellen dan hebben juist zij veel baat bij vooroverleg.

Vrouwen leiden beter

Een tijdje geleden was in het nieuws dat vooral landen met een vrouw aan het hoofd het goed deden bij het bestrijden van de coronacrisis. Dat vroeg natuurlijk om nadere analyse. Want zijn vrouwen ‘van nature’ beter in staat om leiding te geven in tijden van een dergelijke crisis, of speelde hier toch iets anders?

Uit die analyse bleek dat vrouwen niet zozeer beter zijn in het bevechten van het virus zelf, maar dat de aanwezigheid van een vrouw aan het hoofd van een regering een teken kan zijn dat de politieke instituties en waarden in dat land meer inclusief zijn.

Met andere woorden, er zitten in die landen mensen met een meer diverse achtergrond en expertise aan de tafel waar de belangrijke besluiten worden genomen. Waar het minder om ego draait en waar verschillende informatiebronnen worden geraadpleegd en leiders de ‘nederigheid’ hebben om naar andere stemmen te luisteren. En dat leidt tot betere besluiten die op een breder draagvlak kunnen rekenen met minder blinde vlekken.

De wil hebben om naar anderen te luisteren. Je zou dat een andere bestuurderscultuur kunnen noemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *